Tussenstand onderzoek innovaties in mobiele applicaties
Nieuwsmarkt voert al ruim een jaar onderzoek uit naar innovaties in mobiele applicaties, die gevoed worden door consument gewenste relevante content van uitgevers en brandowners/retailers. De ontwikkelingen verlopen zeer langzaam, niet in de minste plaats door angst om de bestaande ketens ingrijpend te veranderen.
• Samenvatting van uitgebreid tussenrapport welke eind november zal verschijnen
• Weinig echte innovatie in businessmodellen
• Advertentiemodellen hoofdzakelijk gebaseerd op kwantitatief bereik
• App ontwikkelaars vooral reactief opererend in overvolle markt
• Uitgevers verkopen vooralsnog vooral hun titels
• Conventionele print deadlines als uitgangspunt
• Nog onvoldoende duidelijkheid over gebruik filters en notificaties
• Tijdschriftenapps worden ‘eenvoudiger’ en vooral minder ‘schreeuwerig’
• Het ‘nieuwe lezen’ is vooral nog learning-by-doing speeltuin
• Lokatie gebaseerde opties voor brandowners nog nauwelijks toegepast
• Een paar onderzoeken bij uitgevers nog gaande…..
Dat zijn de belangrijkste conclusies van een jaar gesprekken voeren met vooral uitgevers van kranten en (vak)tijdschriften en – een nog te beperkt aantal van – hun adverteerders. Uitgevers maken massaal apps van hun titels en doen dat op verschillende manieren. Uitgevers van kranten met print als basis hebben twee varianten. De on-line krant die op een mobiel apparaat te downloaden is op het moment van verschijnen van print en de variant waarbij de content van de titel beschikbaar komt op het moment van het schrijven van een artikel. Beide varianten zijn beschikbaar in zowel gratis als betaalde vorm, of een aantal tussenliggende varianten waarbij men pas gaat betalen na een aantal gelezen artikelen of edities.
In beide varianten is weinig duidelijk omtrent inkomstenmodellen vanuit bestaande adverteerders. Vooral de volledige edities bevatten gewoon de advertenties die ook al in print verschenen en een groot aantal uitgevers zegt nog geen inkomsten te halen uit de advertenties die in de mobiele edities verschijnen. Uitgevers overwegen (nog) niet om advertenties te verwijderen uit de mobiele edities als adverteerders niet zouden willen betalen. We hebben de indruk dat uitgevers zeer terughoudend zijn om adverteerders om geld te vragen voor de mobiele edities die zij aanbieden. Veelal zijn het de ’tussenliggende’ mediabureaus die tegen ‘hun’ adverteerders zeggen dat het bereik van de mobiele edities nog te klein is om er iets voor te hoeven betalen. Sommige tijdschriftenuitgevers zeiden zelfs niet de moeite te willen doen om niet betalende adverteerders in de app te verwijderen en te vervangen door betalende adverteerders vanwege de te hoge kosten in de workflow.
Daarnaast de controle over de keten. In een nieuw te ontwikkelen app waar de consument het voor het zeggen heeft, verdwijnt de grip van de uitgever op zowel de eigen titel als op de verspreiding van commerciële content. Als een consument op rubrieks- of artikelniveau content gaat afnemen gaat dat volgens de uitgevers sterk te koste van de identiteit van de titel. Daarnaast menen zij de ‘bezitter’ te zijn van de adverteerder en willen geforceerde zichtbaarheid van commerciële inhoud in hun titel afdwingen. Dat is nu eenmaal de gewoonte in relatie tot het mediabureau waar zij op basis van geforceerde impressies worden afgerekend, in zowel print als on-line. Vooral de aanbieders van gratis kranten zeiden dat zij de ‘bezitters’ waren van de adverteerders en dat onder geen enkele voorwaarde die grip verminderd zou mogen worden.
Nog complexer wordt het als de app de mogelijkheid zou bieden rubrieken vanuit meerdere titels te combineren. Dus de niet ondenkbeeldige combinatie van bepaalde rubrieken financieel economisch nieuws, gecombineerd aangeboden vanuit NRC en FD. Beide uitgevers gaven aan dit absoluut niet te willen, ook niet als er een bronlogo bij het bericht zou worden getoond. Ze zouden hooguit willen nadenken over combinaties met content vanuit buitenlandse titels. Het argument dat de titels in print gemiddeld vaker bij een ondernemer op tafel liggen dan verondersteld, doet daar niets aan af.
Ook tijdschriftenuitgevers hebben weinig neiging hun ‘zaagtand deadline’ te veranderen. Veelal ingegeven door parallelle workflows voor print en mobiel. De vele apps van deze uitgevers volgen dus de normale verschijningscyclus van de papieren edities. Ook het combineren van titels komt vrijwel niet voor. Elsevier heeft bijvoorbeeld diverse medische vakbladen, maar maakt tot nu toe geen budget vrij om content van die titels te combineren in een app, waarbinnen verpleegkundigen, huisartsen en specialisten van elkaars vak kunnen leren. Deze afzonderlijke beroepsgroepen hebben nu afzonderlijke abonnementen op veelal één titel. Uitzondering was IDG, die vorig jaar al aardig ver waren met hun gecombineerde TechFish app, waarin vooraf per titel onderwerpen konden worden aan- en uitgezet, op basis van relatief eenvoudige RSS feeds per titel.
Er is nog relatief weinig bekend over de neiging push notifications op basis van filters aan te zetten. En wel voorafgaand aan de binnenkomst van content. Sanoma verscheen anderhalf jaar geleden kort na onze uitleg over filters en push notifications met hun laatste versie van NU.nl waar consumenten achteraf op tags konden filteren en daar optioneel bij konden aangeven of zij een melding wilden krijgen zodra de tag voorkwam in een bericht. De nieuwsmarkt app heeft de intentie dat vooraf te doen op basis van een aan te maken eigen profiel voor zowel redactionele- als commerciële content. Een onderzoek in de consumentenmarkt bestaat weliswaar qua format op papier, maar kon tot op heden nog niet worden uitgevoerd.
Ook de investeringen die men zou willen doen in een dergelijke app vallen tegen. Op basis van eigen onderzoek zou een dergelijke app al heel makkelijk tussen de 50-70.000 euro ontwikkelingskosten vergen. De 15 uitgevers die de on-line enquete hebben ingevuld blijken over het algemeen niet meer dan een paar duizend euro initiële inleg te willen betalen en een abonnement te willen overwegen van enkele honderden euro’s per maand. In het tussenrapport van eind november zullen alle details van het onderzoek uitvoerig worden behandeld.
De economie speelt niet in de laatste plaats een beperkende rol in de innovatie van de keten. Het is niet zozeer de app zelf die bedreigend lijkt, maar wel de verandering die de app in de keten teweeg brengt. In gesprekken met uitgevers, adverteerders, mediabureaus en ook het NUV wordt vrij snel afhoudend gereageerd, omdat de impact van de veranderingen nauwelijks is te overzien. Ondanks het feit dat steeds wordt benadrukt dat het vooral een toevoeging is binnen de crossmediale mix van aanbod. Maar sturing op relevantie door de consument blijkt een grotere bedreiging dan aanvankelijk gedacht. Hiermee wordt een wissel getrokken op het nu geldende betaalmodel waarbij het vooral gaat om ‘forced impressions’ van het merk, en dus niet op relevantie van de content. Brandowners verwijzen maar al te gemakkelijk naar hun mediabureaus, omdat zij nu eenmaal geloof hebben in het kwantitatieve bereik. Een kwalitatief bereik van minder mensen, met weliswaar meer kans op conversie door het aanbieden van relevante commerciële content raaks slechts een enkeling. De meerderheid vindt het niet de moeite zich daarin te verdiepen. Het onderzoek binnen brandowners loopt echter nog. Het is gebleken dat hierin een meetbare indeling te maken met conclusies die per groep zouden geleden, aanzienlijk complexer is dan aanvankelijk gedacht.
Op demo gebied voldoet de ontwikkelde HTML5/CSS demo nauwelijks meer. Met de komst van de iPad en daarop bijvoorbeeld applicaties als FlipBoard maakten het moeilijker spelers te overtuigen van de vernieuwende aspecten binnen het concept. De sexy user interface van FlipBoard spreekt meer aan dan het onderliggende concept van ketenvernieuwend denken binnen het nieuwsmarkt concept. De komst van de iPad biedt natuurlijk meer mogelijkheden om beter te kunnen filteren en vraagt dus ook om een meer aansprekende demo dan slechts een HTML5 gebaseerde webapp. Dus ook de ontwikkeling van de uiteindelijke app is na anderhalf jaar verder vooruitgeschoven voor wat betreft de te kiezen technologie. Vele discussies met deskundigen over native- en webapps hebben nog niet geresulteerd in een sluitende conclusie. Wel is duidelijk geworden dat app ontwikkelaars vooral reactief produceren op basis van marktvraag. De vele veelal jongere ondernemers/ondernemingen zijn niet of nauwelijks geïnteresseerd in participatie in een project waarbinnen zij niet heel snel zicht hebben op inkomsten.
Concluderend komt het nieuwsmarkt concept nogal wat hobbels tegen op de weg van idee via ontwikkeling naar lancering in de markt. Twee jaar geleden was het concept nauwelijks uit te leggen. Dat is nu met de komst van een aantal apps die enkele aspecten van de nieuwsmarkt visie in zich hebben, wel makkelijker geworden. Maar ook gesprekken met mogelijke investeerders resulteerden hoofdzakelijk in een korte termijn visie waarbij de investeerder vooral op zoek was naar 15% rendement op de kortst mogelijke termijn, zonder zelf een duidelijk inbreng te hebben in kennis en kunde. Eind volgende maand verschijnt de eerste uitgebreide tussenrapportage en zal in overleg met het Stimuleringsfonds voor de Pers worden gekeken naar het vervolg van het onderzoek, welke zich dan vooral zal richten op brandowners/retailers en de consument.