PDF, dat was toch heel eenvoudig?
Bovenstaande zal vrijwel iedereen bevestigend beantwoorden. Vanuit vrijwel elke applicatie is een PDF te maken, doorsturen naar de printer en klaar ben je. Dat staat is schril contrast tegenover de onder andere ook in ons land actief zijnde – vooral grafische – commissies, die zich bezighouden met de technische standaarden om goede PDF printworkflows te voorzien van de juiste PDF bestanden.
• Certified PDF wordt gezien als wondermiddel met één druk op de knop, de praktijk laat talloze foutbronnen zien
• Printarena verzamelt alle normen voor diverse typen druk- en printproducten
Natuurlijk zal elke gemiddelde kantoorprinter geen moeite hebben met aangeleverde PDF bestandjes. Maar voor hoogwaardige grafische producties, dus ja ook voor kranten en tijdschriften, ligt dat allemaal zo eenvoudig niet. De spelers in de keten worden vermoeid door nieuwe applicaties aan de voorkant, zich daarbij vaak niet realiserend dat het proces aan de achterkant nogal wat moeite kan hebben met de aangeleverde (certified) PDF bestanden. Foutenoorzaken genoeg, iets wat je niet verwacht als je over een standaard praat. Dé standaard zeggen ze bij de Ghent PDF Workgroup, een inmiddels behoorlijk groot internationaal samenwerkingsverband welke wereldwijd de normen ‘stelt’ voor cPDF.
Intussen worden links en rechts applicaties aan de voor- en achterkant gemaakt die PDF’s maken, kunnen bekijken en in een productieworflow kunnen worden gestuurd. Honderden parameters die de werking van dit proces al dan niet kunnen verstoren. Verouderde normen, verouderde versies software, verouderde versies hardware (met name RIP technologie) en niet te vergeten verkeerde instellingen in al die deeltjes van de keten. Ik hoor u al zuchten: ‘Wat een gedoe in die grafische branche’. Maar al vele jaren worden die normen nauwgezet getoetst aan hetgeen er in de praktijk gebeurt. Gemiddeld heeft een cPDF workflow samen met een aantal ISO normeringen de branche van een ambacht naar een industrieel proces gebracht. De efficiency is enorm toegenomen, met veel minder mensen en bedrijven wordt een minstens net zo groot volume aan print- en drukwerk vervaardigd, zowel binnen als buiten de traditionele grafische branche.
Maar dat het met dat cPDF nog steeds niet helemaal echt klaar is, vind ik als inmiddels ‘buitenstaander’ toch wel schokkend. Misschien is het niet te voorkomen en is ‘backward compatibility’ wel het grootste probleem in het blijven nastreven naar een zo breed mogelijk inzetbare standaard. Misschien moeten al die internationale deskundigen zich toch eens gaan richten op het ’tot hier en niet verder’ principe. Nu nog de laatste versie PostScript RIP’s ondersteunen die net met PDF 1.3 kunnen omgaan (volgt u mij nog?), is misschien wel fijn voor elke drukkerij die zijn hardware niet wil upgraden, maar een doorn in het oog voor moderne geautomatiseerde print- en drukbedrijven die hun workflows al helemaal hebben ingericht op media onafhankelijke kleurmodellen en workflows.
Moderniseren in de gehele keten gaat natuurlijk geleidelijk, maar de Ghent PDF Workgroup zou mijns inziens op een gegeven moment de stekker uit het oud mogen trekken. Pas dan kunnen ook print-menu’s in applicaties wezenlijk worden vereenvoudigd, want zeg nou eerlijk, een printmenu met tientallen opties kan toch moeilijk datgene zijn wat we wilden en willen nastreven met de komst van PDF in 1989, met dat als resultaat in 2011. Het moet wat mij betreft vooral eenvoudiger worden.
De “logistiek van de vooruitgang” wordt gehinderd door de dwingende eis van compatibiliteit.
Wat je hierboven constateert inzake de aanmaak en verwerking van PDF’s wordt – volgens mij – mede veroorzaakt door de door ons zelf opgelegde eis altijd compatibel te zijn met eerdere versies van hardware en software. Dus ondersteunen we relatief oude zaken.
Ik noem hier bijvoorbeeld het gebruik van letterfonts. Anno 2011 gebruiken diverse ontwerpers en drukkers nog steeds fonts die gebaseerd zijn op techniek van 1991 waarbij bv charactersets (of letterfontsamenstellingen) beperkt zijn (bijvoorbeeld zonder het juiste euroteken) en geen gebruik maken van de OpenType faciliteiten van nu.
Sinds 2001 zijn er fonts met een goede indeling en sinds ruim 5 jaar OT-versies van vrijwel alle lettersoorten. Dus zouden foute eurotekens (die uit een extra font gehaald moeten worden) voorkomen kunnen worden en zou complexe correctie – wat dat betreft – niet meer nodig zijn.
De werkelijkheid is echter dat veel ontwerpers nog met oude fonts werken en dat drukkers geacht worden de bestanden met die fonts te kunnen drukken.
Als ik nu de Telegraaf lees zie ik nog steeds foute eurotekens in de tekst. Omdat de redactie nog steeds werkt met fonts van toen. En de foute eurotekens gedwongen uit een ander “noodfont” moet worden gehaald. Die de drukkerij gewoon moet kunnen verwerken.
Als de redactie van de grootste krant al niet kan (of wil) werken met de nieuwste fontsoftware, hoe kun je dan de externe adverteerders dwingen dat wel te doen?
De grootste verzekeraar van ons land Achmea stuurt mij polisoverzichten met slecht gespatieerde tabellen voorzien van verkeerde eurotekens. Ook hier komen de foute eurotekens uit zo’n ‘noodfont’. Nog erger is dat het bewuste PDF-bestand regelmatig niet voorzien is van een juist gecodeerd font. Dat wil zeggen dat door het ontbreken van de juiste encoding er ook niet gezocht kan worden op de bewuste tekens.
Zou zo’n (relatief klein) probleem niet opgelost kunnen worden?
Ja, als wij het lef zouden hebben om die oude fontsoftware niet meer te accepteren.
Dat kunnen we (hoogstwaarschijnlijk) niet omdat we dan meteen moeten kunnen uitleggen waarom we dat niet meer kunnen of willen.
En daar komt dan het probleem van “de logistiek van de vooruitgang” om de hoek kijken.
Wie legt dat al die aanmakers van PDF-bestanden uit? Niet alleen aan de redactie van de Telegraaf of de communicatie-afdeling van Achmea. Ook niet alleen aan de leden van BNO, Cebuco of VEA, maar aan alle aanmakers van PDF-bestanden bij marketingafdelingen, MKB-bedrijven, éénpitters en part-time ontwerpers. Plus aan de eigen mensen (verkoop en orderbehandelaars) in de verwerkende bedrijven.
Dat breed en duidelijk communiceren is een uitermate complex proces. Een actie die bovendien veel moeite en geld kost en waarvoor slechts een handvol deskundigen beschikbaar is. De branche zelf (bv KVGO) doet het niet en het CMBO kan het niet. Denk aan de omvang van de organisatie én het beschikbare budget.
De experts van de GWG doen verdomd goed werk en met hun beperkte middelen kiezen ze dus voor de oplossingen waarbij heel veel oude software- en hardware nog héél lang ondersteund zal worden. Dat kun je gemakkelijker realiseren als je die bewuste compatibiliteit blijft aanbieden.
Denk ik.
Overigens hanteer ik hier uitsluitend het voorbeeld van letterfonts. Het is relatief eenvoudig die te vervangen, maar men doet het niet. Andere componenten zijn nog complexer.