Weekendoverpeinzing: De Google Books Revolutie en de on-line identiteit van de Tripoli slachtoffers
Wekelijks vraag ik inmiddels naar inspirerende onderwerpen voor mijn ‘weekendoverpeinzing’. Vervolgens probeer ik onderwerpen te combineren tot één lezenswaardig verhaal. Dit keer is dat geen eenvoudige opgave.
Bas Vermond lijkt inmiddels een fan te zijn van deze weekend column en reageerde binnen een minuut op mijn oproep en kwam met het onderwerp ‘Google Books’ met de verwijzing naar een artikel op e-rookies. Van Mark Appel kreeg ik een veel complexer onderwerp, namelijk de wijze waarop we met z’n allen omgaan met de on-line identiteit van de slachtoffers van de ramp in Tripoli.
Om met het laatste te beginnen, we behouden kennelijk allemaal – ook nadat we sterven – een on-line identiteit. Enige maanden geleden overleed een vriend van mij, Jan Hein Koningsveld. Hij was geen onbekende in de media branche, dus zocht ik vandaag naar zijn naam via Google. Het resultaat was overweldigend, vele pagina’s met artikelen, foto’s en verwijzingen naar events waar hij optrad als spreker of dagvoorzitter. Hoe pijnlijk is dit nu? De website van Jan Hein zelf is inmiddels zorgvuldig op ‘under construction’ geplaatst, maar zijn vrouw, zoon en dochter zullen naar alle waarschijnlijk meer moeite hebben om Jan Hein volledig van het web doen te doen verdwijnen, dus ook virtueel zijn leven te beëindigen, als dat al een wens zou zijn.
Of we dat wensen of niet, is kennelijk niet aan de nabestaanden. Eenvoudig is het om alles zo te laten, zoals het is, je doet dan niets en blijft tot in de onwaarschijnlijke eeuwigheid on-line bestaan. Jezelf verwijderen gaat niet, je bent immers overleden. En als de nabestaanden je inlognaam en passwords bij alle sociale netwerken niet weten, dan is daar verder ook niet zo gek veel aan te doen.
Mark Appel vroeg mij dus naar de ethiek van de mensen die boodschappen op het web plaatsen met links naar de overleden mensen van de vliegtuigramp in Tripolie. Met naam en toenaam worden kennelijk mensen genoemd met links naar hun Hyves profiel of Twitter account. Dat is moeilijk. De tragedie voor de nabestaanden is zo groot, dat zij naar alle waarschijnlijkheid de eerste dagen na de ramp nog geen eens de moeite zullen nemen om op het web aanwezig te zijn en dan te volgen wat er over hun dierbaren wordt geschreven.
Anders is het bij overleden auteurs die in het verleden ooit boeken schreven en die nu door Google doorzoekbaar worden gemaakt, vooral ingegeven door het feit dat de boeken in print niet meer beschikbaar zijn. De lang geleden overleden auteurs komen als het ware door Google weer ’tot leven’. Is dat dan wenselijk? Momenteel scant Google ca. 10 miljoen boeken van Amerikaanse auteurs. Hier komen verschillende organisaties tegen in opstand, omdat Google zodanige regels heeft opgesteld, dat het bijna onmogelijk is om tegen het scannen van boeken in te gaan.
In beide gevallen hebben de direct betrokkenen geen stem meer in hetgeen over hen op het web wordt geplaatst. Opt-in en opt-out voor e-mail nieuwsbrieven zou wat mij betreft dan ook moeten worden uitgebreid met een web-in en web-out mogelijkheid. Aan het begin van je leven geef je een web-in identiteit af bij de notaris en aan het einde van je leven wordt dat in overleg met de notaris – via je testament – omgezet in een web-out status. Met één druk op de knop ben je ook virtueel overleden.
Maar daarmee houden we Google niet tegen om boeken te scannen en te publiceren, omringd door advertenties. Geld verdienen aan de doden, hoeveel erger kunnen we als levend mens bij Google dalen?
Lees ook artikel bij Rethinking Media over inzet media bij vliegramp
Lees ook artikel bij Medianed