Media professionals ‘organiseren’ zich zeer divers: wat is jouw mening?
Er zijn nogal wat al dan niet formeel georganiseerde ‘netwerkclubjes’ in het media landschap. En dat aantal lijkt te groeien. Gaat dat ten koste van de bestaande ‘oude’ brancheorganisaties, of kunnen de twee lijnen gewoon naast elkaar blijven bestaan? Wat is jouw mening?
Vorig jaar bezocht ik een aantal keren events van Dutch Media Professionals, een via LinkedIn opgezette groep van media professionals met maar liefst 6400 deelnemers. Afgelopen maand kwam ik in contact met Bas Vlugt van het Nederlands MediaNetwerk, een Ning netwerk met ruim 4500 deelnemers. En gisteren kwam ik via Bas terecht bij de nieuwjaarsreceptie van MWG – Media Werk Groep – met ruim 2000 leden. Deze laatste heeft een formele verenigings structuur met bestuur en diverse commissies.
Daarnaast bestaan natuurlijk KVGO, CMBO, NUV, VEA, IPAN, PIBN en vele anderen waaronder ook Immovator en BVA, variërend in grootte, structuur en activiteiten.
Door gisteren bezoeker te zijn van de nieuwjaarsreceptie van MWG, wierp zich bij mij de vraag op, hoe media professionals aankijken tegen deze diversiteit aan initiatieven.
Bij navraag bij diverse mensen blijkt ook hier sprake te zijn van een ‘long-tail’ effect. Vele keren een beetje te betalen – en soms vaak helemaal niet – om je te kunnen bewegen in verschillende netwerken, was de belangrijkste boodschap. Dat bracht mij bij de vraag uit de kop van deze blogpost: ‘Kunnen nieuwe initiatieven en bestaande brancheorganisaties wel naast elkaar blijven bestaan, als ieder individu gaat voor ‘het zich vrij bewegen tussen diverse clubs, al dan niet tegen betaling van een ‘long-tail’ bedrag(je)’.De klassieke brancheorganisaties kennen veelal een volledig ingericht secretariaatsbureau met medewerkers in vaste dienst en daaruit volgend een aantal diensten die zij aan hun leden aanbieden. Dat is niet alleen zo in de media branche, in vele branches doen zich soortgelijke structuren voor.
Leden betalen doorgaans een hoge contributie – variërend van enkele honderden euro’s voor een eenmanszaak tot al heel gemakkelijk vele duizenden euro’s voor grotere bedrijven. Veel van dat geld wordt gebruikt om de salarissen van de bureau medewerkers te betalen en dus een – veelal kleiner deel – is zichtbaar voor leden in de vorm van activiteiten. De klassieke brancheorgansiaties worden doorgaans niet gesponsord, omdat dat vanuit de historie de onafhankelijkheid negeatief zou kunnen beïnvloeden.
Alle nieuwe initiatieven kunnen niet of nauwelijks bestaan zonder sponsors. Het in december gehouden congres ‘Show Me The Money‘ werd door – naar schatting – zo een 500 media professionals bezocht, die slechts 50 euro betaalden voor een volledig dagprogramma, inclusief alle mogelijke hapjes en drankjes, vooraf, tijdens en na het congres. Nee, geld verdienen was en is niet het doel van Dutch Media Professionals, maar de kosten voor de huur van de lokatie, de catering en misschien een enkele spreker moeten natuurlijk wel betaald worden. Sponsors dragen graag bij aan events van deze omvang. Ook zij kunnen voor een relatief klein bedrag gedurende een hele dag aardig wat aandacht krijgen van echte professionals met gerichte belangstelling. Dus geen schot hagel voor veel veel meer geld tijdens een ‘platte’ beurs.
Dus hoe nu verder? MWG heeft een flink bestuur en flink wat commissies, allemaal vrijwilligers, dus geen kosten – maar overigens niet het goedkoopste kaartje voor het komende congres op 11 februari. Grote verschillen in aantallen activiteiten en diepgang in onderwerpen. Grote verschillen in het doel van een club. Gaat het om netwerken, gaat het om kennis en kunde of gaat het om meer klassieke vraagstukken als fiscale ondersteuning, jurdisiche ondersteuning, personaalszaken en/of economische zaken?
Hoe kijken jullie als bezoekers aan tegen deze verschillende nu nog naast elkaar bestaande structuren? Welke vorm heeft de toekomst? Kan de brancheorganisatie 1.0 nog overleven? Wat heeft jouw voorkeur?
Interessante vraag die wij ons ook vaker stellen als het gaat om Dutch Media Professionals.
Ik denk dat het voortbestaan van al die kleinere en grotere organisaties en clubjes valt of staat met de passie van de mensen die erachter zitten. De passie voor een vak, een sector, een medium e.d.. Wordt het voortzetten van een organisatie een doel op zich, dan gaan de leden vanzelf afhaken. Zodra de passie weg is, moet je durven zelf de stekker er uit te trekken.