Halfgeleiderchip bestaat vandaag 50 jaar
Op 12 september 1958 demonsteerder Jack Kilby van Texas Instruments als eerste een zogenaamd IC (Integrated Circuit). Bestaand uit verschillende transistoren werden de eerste IC’s, veelal populair chips genoemd, met de hand gesoldeerd.
De chips luidden het tijdperk van digitale schakelingen in. In de beginperiode werden verschillende typen ‘poorten’ gemaakt, waarmee logische rekenfuncties konden worden uitgevoerd en ook zeer beperkte geheugens werden ontwikkeld, die de toestanden ‘0’ en ‘1’ konden onthouden (de zogenaamde JK flip flops).
Halverwege de jaren zeventig werden de eerste microprocessors ontwikkeld, waarmee hele eenvudige microcomputers konden worden gebouwd, waarmee met schakelaartjes ‘0’ en ‘1’ toestanden reeksen berekeningen konden uitvoeren. Dit alles gebeurde nog zonder beeldscherm en toetsenbord.
Toen Intel en later ook Zilog chips gingen ontwikkelen, zoals de 8080 en de Z80, kwam de komst van de personal computer in het bereik van de ‘gewone’ mens. Het einde van de chip zoals we die nu kennen is nog lang niet in zicht. Volgens de wet van Moore (oprichter van Intel) verdubbelt elke twee jaar de rekensnelheid van de huidige generatie processoren.
Veel erkenning kreeg Kilby niet voor zijn vinding. Robert Noyce en Gordon Moore, zijn collega’s en latere oprichters van Intel in 1968, vroegen het patent aan op de geïntegreerde schakeling. In 2000 kreeg hij wel de Nobelprijs voor natuurkunde voor zijn vinding. Kilby werkte tot zijn pensioen bij Texas Instruments.