Onderhoudscontracten nog wel zinvol?
Met de ontwikkelingen op het gebied van standaarden zijn zowel hardware, software als netwerken inmiddels al vele jaren onderworpen aan een ‘van de plank’ mechanisme. Dat betekent dat vrijwel alles in een handomdraai beschikbaar is en dat eigenlijk geen enkele stukje kennis meer exclusife is voorbehouden aan service verlenende partijen, die jaarlijk hoge sommen geld vragen voor onbedoeld onderhoud aan systemen die men makkelijk zelf kan onderhouden.
Vaak is het de eigen onzekerheid die doet hunkeren naar een backup in het onderhoud door derden. Niet zelden is men makkelijk 20 tot 30 duizend euro per jaar kwijt voor een configuratie met zo een 10 tot 20 werkplekken, inclusief een aardige server confuguratie met backup en/of archivering en/of webtoegang voor opdrachtgevers.
Wat je koopt is een gevoel van zekerheid. Prachtige service level agreements (SLA’s) in dikke stapels papier moeten dat gevoel verder versterken. Natuurlijk is het aanbod van dit soort diensten logisch te noemen. Er is immers nauwelijks meer wat te verdienen op de verkoop van hard- en software.
Bedrijven doen er goed aan na te gaan wat de kwaliteit is van hun eigen kennen en kunnen op dat gebied. Niet zelden is het ‘beste jongetje’ van de klas ook systeembeheerder. Met de nodige scholing is daar nog wel wat kennis en kunde bij te schaven, met als gevolg een aanzienlijke kostenbesparing.
En in een hoekje een servertje en een werkstationnetje op ‘voorraad’ houden kan in ieder geval bij zeer ernstige problemen voorkomen dat de stilstand echt onacceptabel lang duurt omdat uw service provider ook net niet die ene machine op voorraad heeft.