Mediabeleving 2007 Plus: internettelevisie verandert beleving van televisie als medium

tijdschriften.jpegDeze week publiceerden TNS NIPO en Veldkamp de resultaten van Mediabeleving 2007 Plus. Met dit onderzoek zijn de huidige media- en reclamebelevingen van Nederlanders met betrekking tot de diverse mediumtypen in kaart gebracht. Eenzelfde Mediabelevingsonderzoek werd gedaan in 1997 en in 2004. Hieronder vermelden we de belangrijkste resultaten.

Internettelevisie verandert beleving van televisie als medium
De beleving van het medium televisie is in de afgelopen drie jaar behoorlijk veranderd. De mogelijkheid om ook via de pc televisie te kijken, heeft het medium een hele nieuwe impuls gegeven. De woorden ontspannend en entertaining verbinden Nederlanders vaker met internettelevisie, dan met televisie via het ‘gewone televisietoestel’. Wellicht is dit omdat Nederlanders actiever op zoek gaan naar iets wat ze echt graag willen zien. Omdat de kijker zelf bewust kiest, zal hij waarschijnlijk minder negatieve of serieuze items bekijken en eerder de ‘leuke’ programma’s uitzoeken.

Identificatie
Het Nederlandse publiek kan zich het beste identificeren met de televisie en tijdschriften. In 2004 herkenden Nederlanders zichzelf nog het meest in tijdschriften en moest televisie genoegen nemen met een tweede plaats. Dat televisie in 2007 een gedeelde eerste plaats inneemt op de identificatiefactor, heeft waarschijnlijk te maken met enkele veranderingen in het televisielandschap. Daarbij valt te denken aan het steeds verder doorvoeren van lokaal nieuws op een nationaal niveau, het verpersoonlijken van nieuws op televisie en het toelaten van steeds meer ‘gewone gasten’ voor discussies in praatprogramma’s, naast deskundigen. Deze veranderingen zorgen ervoor dat de afstand tussen de zender en de consument steeds kleiner lijkt te worden.

Magazines halen internet in op praktische bruikbaarheid
Magazines hebben het internet ingehaald als het gaat om praktische bruikbaarheid. Achtergrond informatie zoekt men meer in magazines dan op het internet. Een mogelijke oorzaak is de toename aan special interest bladen en meer redactionele aandacht voor praktische tips en adviezen.

Mediabeleving dagbladen stabiel
Wanneer we kijken naar de scores van dagbladen dan zien we dat de beleving en positie van dagbladen in het medialandschap vrij stabiel zijn gebleven. Van alle mediumtypen scoren dagbladen nog steeds het best op de informatiefactor (heeft mij nieuws geboden, gaf me nuttige informatie) en de geraaktheidfactor (ergerde me, heeft me verontrust).

Internet als vermaakmedium
Internet wordt tegenwoordig meer gebruikt om lege momenten mee te vullen dan in 2004. Daarnaast geeft internet meer gesprekstof met vrienden en familie dan toen. Dit komt mede door de nieuwe toepassingen van het medium. Mensen kijken tegenwoordig (spraakmakende) filmpjes op internet (YouTube) en wisselen deze ook uit. Wat ook veranderd is sinds 2004: Nederlanders maken veel gebruik van social networks (zoals bijvoorbeeld Hyves) en van user generated content.

Het Mediabelevingsonderzoek maakt kwalitatieve mediaplanning mogelijk. Mediaplanners kunnen, op basis van de uitkomsten van het Mediabeleving 2007 Plus, die media kiezen die in de beleving van een specifieke doelgroep elkaar versterken of aanvullen. Het begrip kwalitatieve mediaplanning kan extra lading krijgen doordat de afnemers via een tool van het onderzoek de scores kunnen selecteren per doelgroep. Met Mediabeleving 2007 Plus is het derde Mediabelevingsonderzoek dat is uitgevoerd (eerdere metingen waren in 1997 en 2004). Daarmee is het mogelijk geworden om tien jaar beleving van media in kaart te brengen.

Het woord ‘Plus’ is toegevoegd aan de naam van het onderzoek, omdat ten opzichte van de vorige twee metingen meer mensen zijn ondervraagd, meer media- en reclamevormen werden uitgevraagd en nieuwe vragen zijn toegevoegd. Dit om de invloed van engagement, aandacht en waardering op media- en reclamebeleving te kunnen vaststellen. In Mediabeleving 2007 Plus is gevraagd naar de beleving van acht mediumtypen (televisie, radio, dagbladen, huis-aan-huis bladen, tijdschriften, bioscoop, internet en post). Nieuw is dat tevens de beleving van kijken van televisie via het internet is gemeten. Naast de beleving van de mediumtypen, komt ook de reclamebeleving per mediumtype aan bod, waarbij tevens de beleving van buitenreclame en narrowcasting (nieuw) is bepaald.

Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 13 juni tot en met 7 juli 2007. Voor het Mediabelevingsonderzoek 2007 zijn 1.493 Nederlanders van 13 jaar en ouder ondervraagd (n=1.493).