Ton Vermey: wij zijn een creatief bureau met gevoel voor grafische techniek

meyson1.pngHet aan de rand van de A10 gelegen Meyson Communicatie bestaat al sinds 1938. Dat de letters ‘mey’ ook in de achernaam van Ton voorkomen is puur toeval. Sinds 1986 leidt hij het bureau met zijn eigen achtergrond in grafische technieken.

Hij heeft het vak ‘handzetten’ nog geleerd bij drukkerij Siegfried in hartje Amsterdam op de hoek Ouderzijds Voorburgwal – Armsteeg tegenover Het Leger des Heils. Als ik hem mijn nieuwe visitekaartje laat zien, volgen meteen een aantal verbeteringen: ik had het kunnen weten.
Hij wil meteen wat kwijt aan de drukkerswereld: ‘Ik ervaar dat zoveel drukkerijen nog teveel gebonden zijn aan hun eigen normen en waarden ten aanzien van de kwaliteit van drukwerk. Internationale normen worden niet of nauwelijks toegepast. Op het gebied van prepress zie ik dat drukkerijen maar al te vaak krampachtig bezig zijn om vooral hun drukcapaciteit zo optimaal mogelijk te benutten. Enig gevoel voor de techniek van de inpuzijde vanaf de klant ontbreekt vaak.’

Kennis
Ton doelt daarbij vooral op het gebrek aan ICT kennis binnen de branche. Dat Meyson een volledig ingerichte studio heeft, is binnen de bureauwereld natuurlijk geen uitzondering. Maar dat hij zich daarbij richtte op een volledige automatische workflow die doorgaans alleen bij goed ingerichte prepress bedrijven terug te vinden is, mag uitzonderlijk genoemd worden. Advertenties voor verschillende (kranten) uitgevers worden volgens de laatste stand der techniek geproduceerd. ‘Mijn grafische achtergrond heeft mij daarbij altijd aardig geholpen. Gecombineerd met nogal wat ICT kennis binnen de muren van ons bedrijf, zijn wij niet of nauwelijks meer afhankelijk van tussenschakels in het proces tussen opdrachtgever en uiteindelijke producent. Onze opdrachtgevers waarderen die korte lijnen, maar soms dwingen opdrachtgevers ons wel te werken met drukkerijen die zij zelf kiezen op basis van de prijs. Tja, dat voordeel is dan snel weg, wanneer wat bestanden door gebrek aan kennis of onbegrip een paar keer heen en weer moeten. Dat is nog steeds dagelijkse praktijk in 2006.’

meyson2.pngNatuurlijk beschikt het bedrijf over de nodige creativiteit, maar dat vindt Ton vanzelfsprekend, dat biedt immers iedereen. ‘Maar onze toegevoegde waarde vinden wij terug in een stuk techniek, waarmee we altijd zoeken naar drukkerijen die daarop de perfecte aansluiting bieden’.
Meyson werkt ook voor adverteerders richting dag- en weekbladen. Met een volledig geautomatiseerde opmaak is het bedrijf in staat kosteneffectief te werken. Vermey heeft dan ook geen enkel begrip voor de keuze van de Telegraaf om voor de regionale dagbladen de advertentie opmaak uit te besteden richting India: ‘Het kostenvoordeel aldaar is ook makkelijk in ons land te bereiken. Daarbij komt nog eens dat in ons land redactionele content leidend is. Ik ben heel benieuwd hoe vaak advertenties heen en weer gestuurd moeten worden, vanwege herplaatsingen ten gevolge van redactionele invloeden. Het kostenvoordeel zal dan snel verdwijnen’

Opvallend
Dat het bureau ook de term ‘crossmedia’ in volle omvang oppakt mag geen verrassing zijn. Al in 1996 zette Meyson de eerste stappen op het toen nog prille internet medium. Dus Ton heeft alles meegemaakt van voor, tijdens en na de dot-com shake-out: ‘Ja, in de hoogtij dagen hadden we maar liefst 8 programmeurs. Die zeepbel klapte ook bij ons in elkaar. Maar dan eigenlijk nog meer door de markt dan door de overhype gevoelens omtrent internet. Opdrachtgevers dachten in die tijd teveel dat internet alleen techniek was, de spanning met marketing was duidelijk te voelen. Wij waren in die tijd wel progressief, maar onze klanten konden dat nog niet aan.’
Opvallend is dat Meyson elke volledige campgane automatisch voorziet van een website. ‘Alleen dan is crossmediaal denken mogelijk. Ik zie maar al te vaak fraai gedrukte bedrijfsbrochures, waarbij later een website gemaakt moet worden.’ Dat zijn twee monomediale uitingen naast elkaar, daarin zit geen crossmediale (dus elkaar versterkende media) gedachte.’

Met die ontwikkelingen heeft Meyson ontdekt zich te moeten bewegen in meer strategische segmeneten van de marketing communicatie. Ik vraag Ton hoe hij die ontwikkeling in de breedte van de grafische industrie ziet: ‘Voor ons was het al moeilijk om hogerop in de communicatie kolom te komen bij opdrachtgevers. Ik zie grafische bedrijven pogingen doen crossmediale diensten te ontwikkelen. Sommigen slagen daar op technisch niveau nog wel in, echter met moeite. Als het dan op marketing en verkoop aankomt, wordt de slag om de gunst van de klant verloren. Ze missen vaak de juiste uitstraling. Ondanks alle techniek die wij dus inmiddels in huis hebben, heten we ‘Vermey Communicatie’ en dat is dus een strategische positionering die bij drukkerijen vaak ontbreekt.’

Hoe denkt Ton dan over de toekomst van de grafische sector? ‘Nou er zijn kansen genoeg, de branche hoeft helemaal geen krampachtige pogingen te ondernemen om crossmedia op de kaart te zetten. Natuurlijk is ICT een belangrijke kans om workflows te optimaliseren. Bereikbaarheid en werken met standaarden is belangrijker dan bij een fraai stuk drukwerk ook een website te kunnen maken. Slim ICT inzetten in de bestaande processen is mijns inziens belangrijker dan innovatief proberen te zijn in vakgebieden die je niet beheerst.’

Ton wil nog wat kwijt over de ontwikkelingen van marketing communicatie bij de opdrachtgevers: ‘Het is pas sinds halverwege de jaren negentig dat opdrachtgevers steeds meer gaan weten van hun klanten en die gegevens gebruiken in de opzet van campagnes. Dat heeft het hele landschap van mediacreatie, productie en distributie veranderd en zal dat de komende jaren nog verder gaan doen. Het zijn nu vooral nog grotere ondernemingen die zich dat soort ’meet instrumenten’ kunnen veroorloven, maar het MKB staat aan de vooravond van grote veranderingen. Digital printing, RFID, digitaal papier zijn ook kansrijk voor de grafische sector. Met name de retail sector zal een beroep doen op de samenwerking tussen verschillende bedrijven in de mediaketen. Gespecialiseerde prepress bedrijven en drukkerijen zullen bij voldoende ICT kennis kunnen meeprofiteren van die ontwikkeling.’

Als ik de 62 jarige Ton vraag naar zijn toekomstplannen, glimlacht hij veelzeggend: ‘Ik ben dol op dit vak, ik vind het samenspel in de keten elke dag weer een enorme uitdaging. Ik blijf dus lekker doorgaan. Thuis kan ik het vaak ook niet laten toch nog weer een paar uurtjes achter de computer te kruipen, maar ik kan ook genieten van mijn kleinkinderen en het noodzakelijke maar al te plezierge onderhoud aan mijn tuin. O ja, doordat ik tijdens mijn werk regelmatig een drukkerij bezoek, blijf ik ook feeling houden met de dagelijkse praktijk van de geur van drukinkt. Heerlijk.’

Artikel werd gepubliceerd in het Grafisch Weekblad, gescheven door Peter Luit.