Weekendoverpeinzing: 60 jaar televisie versus 20 jaar het web
Vandaag bestaat televisie in ons land 60 jaar. Het web bestond op 6 augustus 20 jaar. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? Is een vergelijking in snelheid van de ontwikkelingen wel te maken? Mijn overpeinzingen.
Onze televisie thuis was zo een klein zwart/wit apparaatje met nogal wat ‘opwarmtijd’ voordat de beelden verschenen. Nee, er was in de tijd dat ik me het bestaan van televisie bewust ging realiseren nog geen Nederland 2. Dat kwam pas in 1964, ik was toen 6. Een zogenaamd bijzetkastje en een extra antenne waren nodig om te kunnen schakelen tussen Nederland 1 en Nederland 2.
Gek genoeg zal de impact van TV groter zijn geweest dan de lancering van de eerste website in 1991. Ik was toen 33, werkte als vestigingsdirecteur bij NEROC, waar we ons in die tijd vooral bezighielden met het verschijnsel Desk Top Publishing, een gelijktijdige maar tevens baanbrekende ontwikkeling die vooral de wereld van de grafische industrie raakte.
In 1991 was televisie in elke huiskamer natuurlijk al volledig in kleur, waarvan de start eind zestiger jaren het eerste daglicht zag. De eerste stapjes in die richting resulteerden in enorme kasten met een nogal discutabele kleurkwaliteit en erg weinig uitzending in kleur. Pas in de begin tachtiger jaren werden infrarood afstandsbedieningen geïntroduceerd, die werden voorafgegaan door ultrasone afstandsbedieningen die nogal precies naar het toestel gericht moesten worden. Ik kan me onze eerste kleurentelevisie met zo een afstandbediending nog goed herinneren. Een grote zware witte – moderne – kast, met 12 tiptoetsen en hetzelfde aantal op de afstandsbediening. Ik weet niet precies wanneer in onze gemeente kabel televisie werd geïntroduceerd, maar kan me nog wel een straatbeeld herinneren waarin vrij plotseling alle antennes van de daken waren verdwenen.
Lang voordat ik het web ontdekte maakte ik al gebruik van AppleLink, een ‘dedicated’ systeem van kennis en kunde rondom Apple producten en een soort mailbox. Ik deelde één mailbox met mijn broer die in die tijd in Mexico City woonde. Later vervingen we AppleLink door CompuServe en hadden we elk een eigen account. Ik denk dat ik ergens halverwege 1993 het web ontdekte. De browser NCSA Mosaic installeerde ik op een Macintosh Classic, welke aan een 14k4 modem was verbonden. Het web van toen was een soort ‘hypercard’ achtig systeempje. HyperCard was een vinding van Apple welke in 1987 op de markt verscheen. Hyperlinks waren toen nog een relatief nieuw fenomeen, een inmiddels niet meer weg te denken stuk navigatie gereedschap, welke de belangrijkste eigenschap van het web mogelijk maakte: niet lineaire content consumptie.
Beginjaren tachtig werd Teletekst geïntroduceerd. De televisie liep daarmee eigenlijk voor op het toen nog niet bestaande World Wide Web om boodschappen te kunnen ontvangen op basis van het invoeren van pagina nummers op de afstandsbediening. Ook was de content niet gebonden aan het uitzend signaal. Teletekst kon on-demand worden geconsumeerd. Het toenmalige PTT zag ook wel iets in het verzorgen van content op de televisie en introduceerde Viditel, een modem, met een uitgang naar de televisie. Het bedrijf richtte zich meer op interactie. Een toetsenbord maakte het halverwege de tachtiger jaren mogelijk girorekeningen te verwerken. Toch heeft Viditel Teletekst nooit kunnen overtroeven, het was vanwege de combinatie met de telefonie kosten vooral te duur, Teletekst was gratis.
Het web ontwikkelde zich in een rap tempo. Veel gedoe rondom beeldscherm resoluties, aantallen kleuren en compatibiliteitsproblemen tussen verschillende browsers op verschillende platformen. Naast HTML ontwikkelden zich een enorme hoeveelheid server- en clientbased applicaties, die alleen tot doel hadden de interactie te verhogen. PERL was jarenlang het gereedschap om serverbased routines aan te kunnen roepen. Het klassieke contactformulier was een bekend voorbeeld. JavaScript was een clientside omgeving om meer animatie achtige acties en reacties mogelijk te maken. Van echte databases was toen nog geen sprake. Pas in 1995 verscheen de eerste gratis versie van MySQL, welke samen met PHP de opensource basis vormde voor inmiddels vele content management systemen op het web. Begin 1992 kwam QuickTime beschikbaar, waarmee voor het eerst op eenvoudige wijze videocontent kon worden ‘afgespeeld’. Eerst binnen een standalone speler, later ook embedded in webbrowsers.
De ontwikkeling van televisie duurt inmiddels 60 jaar voort en staat bepaald niet stil. Het is wel zo dat pas de laatste 10 jaar weer echte stappen worden gezet in de ontwikkeling van de televisie. De drie decennia daarvoor stonden de ontwikkelingen relatief stil, alhoewel HDTV en 16:9 wel uit die tijd kwamen, maar de eerste het vooral niet redde vanwege de te complexe analoge techniek. Nu is full HD gewoon op elke digitaal aangestuurde flatscreen – met in aanvang vage termen als ‘HD ready’. Een keuze maken voor een nieuw toestel is echter lastiger dan ooit tevoren. De variatie in technieken, uitvoeringen, prijzen en aansluitmogelijkheden is groter dan ooit, de gemiddelde consument moet zich flink verdiepen in het aanbod. En ook lang niet elke goedwillende verkoper weet waar hij of zij het over heeft. De integratie met thuisnetwerken is een feit, maar de televisie lijkt de rol van computerscherm in een gemiddeld gezin niet over te nemen. De computer is toch veelal een individuele plek, verdeeld in het huis, waar overigens ook al heel vaak meerdere TV toestellen te vinden zijn.
Het consumeren van content op TV of via het web hebben beiden zowel technisch, inhoudelijk en commercieel hun eigen ontwikkelingen doorlopen. Beide ontwikkelingen staan dichterbij elkaar dan ooit te voren. Het web heeft ‘slechts’ 20 jaar gedaan over al hetgeen daarbinnen bereikt is, maar sleepte nauwelijks de ballast mee van de hardware om de content heen. TV draaide aanvankelijk om de techniek, die met al zijn beperkingen 6 decennia lang heeft gedaan om te komen op het punt, waar techniek nu geen enkele belemmering meer vormt. Geen probleem om een paar honderd TV kanalen voor een paar tientjes per maand digitaal te kunnen ontvangen. Vanaf 2006 werden de eerste kanalen digitaal ter beschikking gesteld. Nu dringen alle aanbieders aan op het zo snel mogelijk uitfaseren van het analoge aanbod.
Op het web manifesteren de commerciële- en de publieke omroepen zich eveneens. Uitgevers van kranten en tijdschriften proberen hun rol in de verspreiding en consumptie van nieuws te vernieuwen, door ook video content aan te bieden. Verschillende samenwerkings constructies hebben niet geresulteerd in een geïntegreerd landschap van aanbieders. We hebben nog steeds een ‘omroep’ wereld – met nogal strikte scheidingen tussen radio en televisie, een ‘uitgeverswereld’ en een nauwelijks in omvang te definiëren ‘webwereld’. Ondanks alle crossmediale kruisbestuivingen……